Een tweede verblijf aankopen: een goed idee?

Heb jij interesse om een tweede woning te kopen, maar ben je er nog niet helemaal uit? Twijfel je tussen een eigendom aan de kust of toch liever een chalet in de Ardennen? Er zijn voor- en nadelen verbonden aan een tweede verblijf.

Waarom koop je een tweede verblijf?

Wat zijn jouw plannen met de woning? Wil je zelf op regelmatige basis gebruik maken van je tweede woonst? Of zie je deze woning als een investering en wil je ze vooral verhuren?

Een appartement van één miljoen euro aan de zeedijk zal waarschijnlijk niet winstgevend genoeg zijn voor verhuur. Maar koop je zo’n appartement voor vakanties met de kinderen en (toekomstige) kleinkinderen? Wanneer je deze woning na 20 jaar vol mooie vakanties verkoopt, was dit uiteraard wel een goede belegging.

Wat zijn de voordelen?

Een tweede woning brengt ook heel wat voordelen met zich mee. Je kan de woning verhuren waardoor je huurinkomsten krijgt. Idealiter dekken deze inkomsten de afbetaling van je hypotheek of zorgen ze zelfs voor een extraatje.

Ook voor je kinderen is dit een interessante investering voor de toekomst. Of misschien kan je het pand later met een ruime winstmarge verkopen om je pensioen aan te vullen?

Wat zijn de nadelen van een tweede verblijf?

Een extra woning betekent ook extra kosten. Net als voor je eerste woning, moet je ook voor deze woning verzekeringen afsluiten, water en elektriciteit betalen … Als je een appartement koopt, komen daar ook nog eens de gezamenlijke kosten bij.

Als je leent voor de aankoop van je tweede verblijf, dan heb je geen recht op de woonbonus. Toch levert ook zo’n lening een fiscaal voordeel op. De kapitaalaflossingen geven recht op de belastingvermindering voor het langetermijnsparen.

Als dit niet jouw hoofdverblijfplaats wordt, kent de federale overheid het fiscale voordeel toe. Dat voordeel bedraagt 30 procent van de kapitaalaflossingen tot maximaal 2260 euro, of 678 euro per persoon per jaar. Dat is minder dan het voordeel van de nieuwe Vlaamse woonbonus, maar naast de vermindering voor kapitaalaflossingen zijn ook de intresten fiscaal aftrekbaar.